Direct meer informatie over Selectierapport Vermogensplan

Uw lijfrente komt vrij, wat kunt u het beste doen?

28 november 2024 Onderwerp: Pensioenen | Belasting

In deze editie behandelen we de lijfrente. Of beter gezegd: het vrijvallen ervan. U wilt uiteraard zo veel mogelijk profijt hebben van uw vrijvallende lijfrente. Met uw lijfrentepolis of lijfrenterekening hebt u een kapitaal opgebouwd. Dit kapitaal kunt u als aanvulling op het pensioen gebruiken. Het is belangrijk dat u goed nadenkt over de besteding van uw lijfrentekapitaal.

Maar het is taaie materie, met veel regels en uitzonderingen. Financieel planner Angelo van Nies is lijfrentespecialist en geeft antwoord op de meest gestelde vragen over een vrijvallende lijfrente.

Waar hebt u uw lijfrente destijds afgesloten?
Voor we naar de vragen gaan, eerst een belangrijke vraag aan u: waar loopt uw lijfrente? Er zijn namelijk twee mogelijkheden:
1. U hebt een lijfrentepolis, die afgesloten is bij een verzekeraar. Dit is geen rekening, maar een levensverzekering.
2. U hebt een lijfrenterekening. Een lijfrenterekening is afgesloten bij een bank, of u hebt na 1 januari 2008 de waarde van de lijfrentepolis laten storten op een lijfrenterekening bij een bank. U hebt bij de bank een IBAN bankrekeningnummer. 

Bij het beantwoorden van de vragen wordt onderscheid gemaakt tussen een lijfrentepolis en een lijfrenterekening. Klik op de vraag om direct naar het antwoord te gaan.

 

Mijn lijfrente valt binnenkort vrij. Wat zijn de mogelijkheden?

Ik begrijp dat u in het verleden een lijfrentepolis of lijfrenterekening hebt afgesloten en dat de einddatum van uw lijfrente in zicht komt. Anders gezegd: uw opgebouwde lijfrentekapitaal valt vrij. In dit geval zijn er drie mogelijkheden: 

  1. U laat het kapitaal in één keer uitkeren

  2. U laat het kapitaal periodiek uitkeren, bijvoorbeeld iedere maand of kwartaal

  3. U stelt de uitkering uit

Elke keuze heeft uiteraard voordelen en nadelen. De regelgeving rondom lijfrente is ingewikkeld en voor een goede keuze moet u met een aantal zaken rekening houden. Ik ga proberen u stap voor stap wegwijs te maken in de materie. Dit doe ik aan de hand van vragen uit de praktijk. 

 

Wat te doen als uw lijfrentepolis die vrijvalt? Zorg dat u goed beslagen ten ijs komt.

 

Hoe weet ik eigenlijk of en wanneer mijn lijfrente vrijvalt? 

Bij een lijfrentepolis ontvangt u hierover tijdig bericht van uw assurantieadviseur of vanuit de verzekeraar waar u de lijfrente of koopsom hebt afgesloten. Vaak wordt hierbij het woord ‘expiratie’ gebruikt. 

Hebt u een lijfrenterekening, dan heeft deze geen contractuele einddatum maar slechts een zogenaamde ‘fiscale einddatum’. U dient zelf in de gaten te houden dat er uiterlijk vijf jaar na het ingaan van de AOW een lijfrente wordt aangekocht. In mijn dagelijkse praktijk merk ik dat banken veelal verzuimen hun klant tijdig in te lichten.   

 

Wat is het verschil tussen oud regime en nieuwe regime?

Dit onderscheid is alleen van belang als u een lijfrentepolis* hebt. Voordat u kunt kiezen wat u met het vrijgekomen lijfrentekapitaal gaat doen, moet u weten onder welk regelstelsel uw lijfrentepolis valt. Er zijn twee smaken: oud regime en nieuw regime. Ik zal de verschillen uitleggen: 

Een oud regime lijfrente is een term die de Belastingdienst gebruikt voor: Koopsompolissen (éénmalige stortingen) welke zijn afgesloten vóór 1 januari 1992 en lijfrenteverzekeringen met een ingangsdatum vóór 16 oktober 1990 waarop periodiek premies zijn betaald vóór 1 januari 2001. Voldoet uw lijfrentepolis hier niet aan, dan betreft het een nieuw regime polis.

Het verschil tussen oud en nieuw is relevant. Zo hebt u het oude regime veel (meer) vrijheid wat betreft het uitkeren. Voor lijfrentepolissen onder het nieuwe regime gelden allerlei beperkende voorwaarden. Later in dit artikel ga ik hier dieper op in. Maar zorg dus dat u weet onder welk regime uw (vrijvallende) lijfrentepolis valt.

* Llijfrente-rekeningen zijn altijd ‘nieuw regime’. 

 

Een lijfrente-uitkering moet gekocht worden. Waarom is dit zo? 

Laten we beginnen met het uit de weg ruimen van een hardnekkig misverstand. Het klinkt immers logisch: de lijfrentepolis of lijfrenterekening loopt af en u krijgt het geld direct overgemaakt van de partij waar u de lijfrente hebt afgesloten. Helaas werkt het niet zo eenvoudig.

U moet de uitkering namelijk eerst kopen. We noemen dit ook wel ‘omzetten’. Dat mag bij de partij waar u de polis of rekening hebt afgesloten, maar dat hoeft niet. Het staat u vrij om op zoek te gaan naar een andere uitvoerder. In dit geval vraagt u verzekeraars, banken of vermogensbeheerders om een offerte. Wie doet u het beste aanbod? Dit ‘shoppen’ kunt u zelf doen - het kan tegenwoordig eenvoudig online - of samen met een financieel adviseur.

Blijft u bij de uitvoerder waar de polis of rekening is afgesloten, dan storten zij het in een nieuw lijfrente uitkeringsproduct. Als u kiest voor een andere uitvoerder, dan wordt het vrijgekomen lijfrentekapitaal eerst rechtstreeks door de oude partij overgemaakt naar die nieuwe partij. Het omzetten van de polis of rekening in een uitkeringsproduct is het ‘kopen’. Met uw tegoed koopt u als het ware een uitkering. En, inderdaad, kopen betekent betalen. De uitvoerende partij doet dit niet gratis. Zo rekent een verzekeraar de zogenaamde ‘eerste kosten’ en doorlopende kosten. En vermogensbeheerders en banken doen het ook niet voor niks.

Let bij het shoppen dus extra goed op de kosten die het kopen met zich meebrengt. Een andere belangrijke keuze betreft de uitkering: wilt u per maand, per kwartaal of een andere periode uitbetaald worden? En vergeet niet te vragen welke rente de aanbieder u biedt over uw kapitaal. Als u beslagen ten ijs wilt komen, is het verstandig om in de verkennende fase een onafhankelijk adviseur in de arm te nemen. Deze kan samen met u zoeken naar de beste deal. 

 

Kan ik mijn lijfrente in één keer laten uitkeren? 

Zowel onder het oude regime als onder het nieuwe regime kan het vrijgekomen kapitaal in één keer uitgekeerd worden. Binnen het oude regime maakt het niet uit op welke leeftijd u de uitkering laat doen. In dit geval is het shoppen voor de beste uitvoerder niet nodig. U gaat overigens wel langs de kassa van tante Agaath. Ofwel: de Belastingdienst.

De uitgekeerde som wordt normaal progressief belast. Als u, door ander inkomen, al in de hoogste tariefschijf valt, betaalt u over het vrijkomende kapitaal de hoofdprijs (49,5% belasting in 2024). 

Zoals gezegd is de regelgeving onder het nieuwe regime aangescherpt. Bij een nieuw regime polis krijgt u bovenop deze progressieve belasting ook nog te maken met de zogenaamd revisierente. Dit loopt op tot 20%. Op deze revisierente bestaan twee uitzonderingen. Hierover later meer. 

U kunt ook nog te maken krijgen met andere kosten, zoals bij de zogenaamde lijfrente-bankdeposito. Omdat de rente over uw tegoed vaststaat, kan de bank een boete berekenen voor het afkopen van de lijfrenterekening. Een verzekeraar zal, bij afkoop nadat de lijfrentepolis is ingegaan, om een medische waarborg (lees: gezondheidsverklaring) vragen.

Kortom, het is de vraag of in één keer uitkeren wel interessant is. Maar het is sowieso zelden eenvoudig. 

 

In welke situaties wordt er geen revisierente gerekend? 

Zoals gezegd betaalt u in het nieuwe regime tot twintig procent revisierente bóvenop de progressieve inkomstenbelasting. Er zijn gelukkig twee uitzonderingen op deze regel.

De eerste uitzondering geldt voor de afkoop van een zogenaamde ‘kleine lijfrente’. U betaalt geen revisierente als de afkoopwaarde van uw polis(sen) bij een verzekeraar of lijfrenterekening bij een bank in totaal niet hoger is dan € 5.364 (2024).

Een tweede uitzondering geldt in geval van afkoop van een lijfrente bij arbeidsongeschiktheid. In dit geval wordt er geen revisierente gerekend als de afkoopsom maximaal € 50.063 bedraagt of als uw gemiddelde inkomen van de afgelopen twee jaar hoger is dan € 50.063. Een extra eis aan deze uitzondering is wel dat u de AOW-leeftijd nog niet hebt bereikt. Alle details treft u aan de de site van de Belastingdienst.

 

 Mijn lijfrente valt vrij. Wat te doen? Zorg dat u een lijfrente expert in de arm neemt.

 

Een lijfrente kan dus periodiek uitgekeerd worden?

Ja, dit kan. Sterker nog: de meeste mensen kiezen voor een periodieke uitkering van het opgebouwde kapitaal. De gelden worden dan uitgekeerd per maand, kwartaal, halfjaar of jaar. De uitkeringsmogelijkheden verschillen per aanbieder, maar de maanduitkering zit vrijwel standaard in het pakket. Dit is dan ook wat de meeste mensen kiezen, wellicht omdat dit het bekende ritme van het maandelijkse loon voortzet. 

Belangrijker dan het uitkeringsritme vind ik als financieel adviseur de keuze voor de uitkeringspartij. Kiest u voor een bank, verzekeraar, vermogensbeheerder of voor een combinatie van deze uitvoerders? En let op: voorafgaand aan de uitkering wordt altijd de voorheffing van de inkomstenbelasting ingehouden (en doorgegeven aan de Belastingdienst). U ontvangt dus een lager netto bedrag.

 

Wie verzorgt de uitkering van de lijfrente? 

De lijfrente wordt uitgekeerd door een verzekeraar of een bank. Veel mensen kiezen voor een lijfrente-uitkering bij een verzekeraar. In dit geval wordt er ook rente opgebouwd over het kapitaal. Let op: bij overlijden vervalt het resterende kapitaal naar de verzekeraar. Dit heet 'sterftewinst'. Maar een verzekeraar zou geen verzekeraar zijn als hier geen fraai product voor bedacht was. En inderdaad: om het risico van sterftewinst af te vangen, kunt u een contraverzekering afsluiten om deze kapitaalsvernietiging te voorkomen.

Als u kiest voor een bancaire lijfrente-uitkering, wordt de uitkering gedaan door de bank. Op deze rekening wordt het vrijgekomen lijfrentekapitaal gestort. Het is een geblokkeerde rekening, u kunt hier zelf niet rechtstreeks bij. De bank verzorgt de uitkeringen. Over het opgebouwde kapitaal wordt rente uitgekeerd.

Dit ‘banksparen’ heeft wel enkele voordelen. Zo berekent een bank, vergeleken met verzekeraars en vermogensbeheerders, lagere kosten. En in het geval van (uw) overlijden ontvangen uw erfgenamen het resterende lijfrentekapitaal, waarvan zij vervolgens een lijfrente-uitkering kunnen kopen.

Let wel op: als u een oud regime lijfrenteverzekering onderbrengt bij een bank, valt deze automatisch onder het nieuwe regime. Dit kan nadelig uitpakken. 

 

Wat is beter bij een lijfrente-uitkering: sparen of beleggen? 

Als u kiest voor sparen, dan wordt over het kapitaal rente opgebouwd. U kunt het kapitaal ook (laten) beleggen, maar, in de bekende woorden uit de reclame, ‘beleggen brengt risico’s met zich mee’. De keuze hangt af van onder meer de hoogte van de rente. Bij een hoge rente op een spaarrekening is het minder interessant om uw lijfrentekapitaal te beleggen. Bij een lage rente is beleggen vaak interessanter. 

U kunt ook kiezen voor een combinatie van beide, dus een deel van het kapitaal beleggen en een deel laten renderen op een spaarrekening. Er zijn ook slimme aanbieders die binnen één rekening de combinatie van sparen én beleggen aanbieden. U kunt hierbij tijdens de looptijd schuiven tussen de beide opties om zo optimaal te profiteren van een hoge rente en/of stijgende koersen. 

Wat voor u het beste is, hangt af van uw financiële doelen en uw overige inkomsten. Daarnaast spelen persoonlijke factoren mee, zoals uw leeftijd en levensverwachting. En, dan is er nog de economie, de hoogte van de inflatie, de rentestand en alle andere macro-economische factoren waarop u geen invloed hebt. 

 

selectierapport-vermogensbeheerders-200x276.png

Op zoek naar de beste vermogensbeheerder?

Bent u op zoek naar de voor u beste vermogensbeheerder?

Vraag dan gratis en geheel vrijblijvend een SelectieRapport aan. Per e-mail ontvangt u een selectie van goede vermogensbeheerders die het beste passen bij uw persoonlijke situatie, wensen en voorkeuren.

 

Kan ik mijn lijfrentekapitaal ook laten beleggen door een onafhankelijke vermogensbeheerder?

Ja, dit kan. De vermogensbeheerder moet wel de juiste vergunning hebben. Niet alle vermogensbeheerders kunnen deze diensten dan ook aanbieden. Binnen de vergunninghoudende beheerders zijn ook verschillen. Zo zal de ene vermogensbeheerder de (nieuw regime) lijfrente aanbieden, terwijl een andere ook een gouden handdruk kan administreren.  Hierover meer bij de laatste vraag van dit artikel.

Tip! Wilt u weten welke vermogensbeheerders uw lijfrente kunnen beleggen? Vraag dan een gratis SelectieRapport aan. Vermogensbeheer.nl vergelijkt vermogensbeheerders en beoordeelt al sinds 2013 de kwaliteit van vermogensbeheerders. 

 

Ik wil de uitkering van mijn lijfrente schenken. Kan dit?

Niet iedereen wil het vrijgekomen lijfrentekapitaal zelf ‘nuttigen’. Het kan zijn dat u het geld liever deelt met, of verdeelt onder, anderen. Schenken is mogelijk, maar dit zal niet altijd een netto-uitkering zijn. En afhankelijk van de hoogte van de schenking, krijgt de ontvanger te maken met schenkbelasting. 

De schenkingsvoorwaarden hangen af van het fiscale regime. Bij een oud regime polis is een belastingvrije bruto schenking - bijvoorbeeld aan uw kinderen of kleinkinderen - mogelijk via de zogenaamde derde-mans-constructie. De ontvanger betaalt dan wel schenkbelasting wanneer het kapitaal wordt geschonken; de ontvanger betaalt géén schenkbelasting wanneer de lijfrente-uitkering wordt geschonken. Over de lijfrente-uitkering betaalt de ontvanger vaak wel inkomstenbelasting. Om te zorgen dat de ontvanger netto zoveel mogelijk overhoudt, is zorgvuldigheid en timing van groot belang. Deze constructies zijn ingewikkeld en, omdat u hier niet dagelijks mee te maken krijgt, adviseer ik altijd een specialist in de arm te nemen. 

 

Kan ik de lijfrente-uitkering elk jaar laten stijgen?

Dat kan zeker. Als u de lijfrente-uitkering hebt afgesloten met indexering, dan kan de jaarlijkse uitkering hieraan worden aangepast. Het is ook mogelijk om de jaarlijkse uitkering van uw belegging te indexeren. Maar hoewel u bij beleggen mikt op groei - over de lange termijn is dit ook altijd het geval - kan het rendement ook negatief zijn. 

Als u de lijfrente-uitkering laat beleggen, worden van uw inleg zogenaamde participaties gekocht. Deze participaties zijn feitelijk deeltjes in een beleggingsportefeuille die de bank of verzekeraar voor u koopt op de beurs. De Belastingdienst eist wel dat dit gebeurt op een vaste en gelijkmatige wijze. En ja, ook bij deze vorm van beleggen is er kans op lagere koersen en hiermee minder of zelfs een negatief rendement. 

 

Wanneer mag of moet ik de lijfrente-uitkering in laten gaan?

De ingangsdatum van de lijfrente-uitkering is een verhaal op zich. Ook hier spelen oud en nieuw regime een belangrijke rol. Het is vrij complexe materie. Ik zal proberen om het simpel uit te leggen. 

De eerste stelregel is: oud regime, vrijheid blijheid. Hebt u een polis onder het oude regime, dan mag u de ingangsdatum helemaal zelf bepalen. Dit betekent dat u de uitkering kunt uitstellen. Zolang het kapitaal in het verzekeringsproduct blijft, behoudt u de voordelen. Zo betaalt u geen revisierente. Zo’n oud regime lijfrentepolis kan overigens alleen bij een verzekeraar worden geadministreerd. 

De tweede stelregel is: nieuw regime, opletten geblazen. Een nieuw regime polis valt onder de Wet inkomstenbelasting (2001). Bij zo’n polis hangt de ingangsdatum af van een aantal zaken. Zo eindigt de opbouwfase van de oorspronkelijke polis uiterlijk in het vijfde jaar na het bereiken van de AOW-leeftijd, en wel op de laatste dag van het jaar. Hierna treedt de wettelijke beslistermijn in werking; u krijgt dan nog het lopende jaar plus één extra jaar de tijd om een uitkeringsproduct aan te kopen. Hierna hebt u de keuze uit een levenslange- of een tijdelijke oudedagslijfrente. 

 

Hoe werkt een levenslange oudedagslijfrente?

Er zijn twee varianten op de zogenaamde levenslange oudedaglijfrente. Ik zal de beide scenario’s schetsen. 

  1. In het eerste scenario hebt u de AOW-leeftijd nog niet bereikt in het jaar dat u de eerste uitkering ontvangt. Er geldt dan een minimale periode van twintig jaar tussen de eerste en de laatste uitkering. De uitkeringen worden dus uitgesmeerd over twintig jaar. Deze periode wordt verlengd met het aantal volle jaren dat u jonger bent dan de AOW-gerechtigde leeftijd ten tijde van het ontvangen van de eerste uitkering.  Deze regel geldt zowel voor een lijfrente-bankrekening als voor een lijfrente-vermogensrekening. Als uw polis is ondergebracht bij een verzekeraar, moet de uitkering levenslang zijn.

  2. In het tweede scenario start de uitkering in of na het jaar waarin u de AOW-leeftijd bereikt. De periode tussen de eerste en de laatste uitkering moet ook hier ten minste twintig jaar zijn. Bij een verzekeraar geldt ook hier dat u ‘levenslang’ krijgt. 

 

En wat is er anders aan de tijdelijke oudedagslijfrente?

Het woord ‘tijdelijk’ zegt het al. Bij deze lijfrente wordt de verplichte twintig jaar teruggebracht tot minimaal vijf jaar. U kiest dus een uitkeringsduur ergens tussen de vijf en twintig jaar. De jaarlijkse uitkering is gemaximeerd (in 2024 is dit € 26.462). Bij deze lijfrente start de uitkering sowieso in of na het jaar waarin u de AOW-leeftijd bereikt, eerder is niet mogelijk. 

Bij de tijdelijke oudedaglijfrente is de laatste inleg van belang. Hebt u na 31 december 2013 niet meer ingelegd op uw polis? Dan mag u al in of na het jaar waarin uw 65 wordt het hele kapitaal gebruiken voor een tijdelijke oudedagslijfrente. Dit is inclusief het opgebouwde rendement en/of de opgebouwde rente. Hebt u na 31 december 2013 nog wel ingelegd op de lijfrentepolis, dan mag alleen het tegoed tot eind 2013 gebruikt worden voor een tijdelijke oudedagslijfrente. Die wordt actief in het jaar waarin u 65 wordt. Voor het opgebouwde tegoed uit de inleg vanaf 2014 start de tijdelijke oudedagslijfrente altijd in of na het jaar waarin u uw AOW-leeftijd bereikt.

 

 

Hoe lang moet de lijfrente-uitkering minimaal duren?

De exacte duur van een lijfrente-uitkering vraagt voor zowel oud- als nieuw regime altijd om wat rekenwerk. Bij een nieuw regime lijfrente-uitkering volg je de fiscale regels zoals besproken in de vorige vragen. Bij oud regime polissen ligt dit anders. Hier wordt de zogenaamde fiscale sterftekans gehanteerd als instrument. Simpel gezegd: er moet statistisch gezien minimaal 1 procent kans zijn dat u gedurende de looptijd van de uitkering overlijdt. De sterftekans bepaalt hiermee de minimale looptijd van de uitkering. Zo zal bij een 18-jarige deze 1% sterftekans een duur van 18 jaar hebben terwijl bij een 60-jarige deze kans al wordt bereikt bij één jaar. Iedere verzekeraar hanteert hiervoor overigens zijn eigen tabellen.

De 1 procent regel wordt alleen gehanteerd door verzekeraars. De lijfrenterekening kent geen sterftekans. De bank vindt het niet interessant wat je levenskansen zijn. Hier is de looptijd gewoon twintig jaar.

 

Hoe laat ik mijn partner meedelen in de lijfrente-uitkering?

Die vraag zat er natuurlijk aan te komen. De meeste mensen leven nu eenmaal samen met een partner. En die partner zal niet altijd even oud zijn. Gelukkig wordt hier rekening mee gehouden. Bij de aankoop van de lijfrente-uitkering kunt u uw partner ‘meenemen’. Mocht u onverhoopt overlijden, dan ontvangt uw partner een zogenaamde nabestaandenuitkering.

Is uw partner veel jonger dan u, dan zal de minimale looptijd van deze uitkering langer zijn. Tegelijk valt de periodieke uitkering tijdens uw leven hierdoor ook lager uit, met name als uw uitkering loopt via een verzekeraar. 

Deze verlaagde uitkering bij groot leeftijdsverschil geldt niet bij een lijfrente-bankspaarrekening of een lijfrente-vermogensrekening, omdat de rekening op naam de rekeninghouder (u dus) wordt aangekocht. Bij uw overlijden wordt de rekening vereffend met uw partner en andere nabestaanden. Zij ontvangen dan een periodieke nabestaandenuitkering. 

 

Hoe kun je de periode tot je AOW overbruggen met een lijfrente-uitkering?

Dit is een veelgestelde vraag. Veel mensen sluiten een lijfrente af om de periode tussen het stoppen met werken en de AOW te overbruggen. Dat is verstandig, maar er zijn natuurlijk weer enkele spelregels.

Hebt u na 31 december 2005 niet meer ingelegd op uw polis of betaald op uw lijfrenterekening, dan kunt u een overbruggingslijfrente aankopen. Dit kan alleen bij een verzekeraar. U kunt hiervoor het gehele lijfrentekapitaal gebruiken. Hebt u na 2005 wél stortingen gedaan, dan mag u ‘slechts’ de waarde op 31 december 2005 gebruiken voor een overbruggingslijfrente. Het opgebouwde tegoed vanaf 2006 kunt u hiervoor niet inzetten. Geldt dit voor u, vraag uw financieel adviseur dan wat de waarde van de polis was op ultimo 2005.

Er zijn nog wat losse regels rond de overbruggingslijfrente (peildatum 2024): 

  • De ingangsdatum van de uitkering is vrij.

  • De uitkering loopt uiterlijk tot het jaar waarin uw pensioen ingaat. 

  • U kunt kiezen voor een looptijd tot het jaar waarin u 65 wordt óf tot het jaar waarin u de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt.

  • De maximale uitkering is bruto € 63.288,- per jaar.

  • U kunt de overbruggingslijfrente alleen afsluiten bij een verzekeraar.

Als u een lijfrenterekening hebt, geldt de overbruggingslijfrente niet. Tenzij u kunt aantonen dat het gestorte kapitaal alleen afkomstig was uit een polis waarvan de waarde al bestond op 31 december 2005. Wilt u dan voor het gerendeerde kapitaal een overbruggingslijfrente aankopen, dan zult u het kapitaal weer rechtstreeks moeten laten storten naar een verzekeraar.

 

Kan ik de lijfrente-uitkering uitstellen? Zo ja, hoe werkt dit?

Ook dit is een vraag die ik vaak gesteld krijg. Het antwoord is: ja, dit kan. Uitstellen is verstandig als u de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet hebt bereikt. U wilt er namelijk voor zorgen dat u belast wordt onder het lagere belastingtarief van AOW’ers.

De verzekeraar, waarbij u de lijfrentepolis hebt afgesloten, zal u ruim op tijd berichten dat de lijfrente binnenkort afloopt. Als de einddatum is verstreken, krijgt u nog enige tijd om een goede keuze te maken. Hoeveel tijd u hiervoor krijgt hangt weer af van het oud versus nieuw regime. In het eerste geval bepaalt u dit helemaal zelf, in het geval van een nieuw regime polis moet de uitkering uiterlijk vijf jaar na uw AOW-gerechtigde leeftijd ingaan.

Hebt u een lijfrenterekening dan zal de bank u, als het goed is, tijdig informeren over het omzetmoment. Maar het is verstandig om dit ook zelf in de gaten te houden. 

Ik heb ook nog wel een tip voor u. Tijdens de periode van uitstel ontvangt u normaal gesproken geen rente over het opgebouwde lijfrentekapitaal. U krijgt echter wel netjes rente als u de polis onderbrengt bij een bank, dus op een bankspaarrekening zet. U kunt het vrijkomende kapitaal uiteraard ook tijdelijk laten beleggen, bijvoorbeeld door een vermogensbeheerder. Let hierbij wel op de risico’s en de kosten. En er kruipt een addertje onder het financiële gras: zowel bij banksparen als bij beleggen gaat een oud regime polis onder het nieuwe regime vallen. U begrijpt: laat u ook bij uitstel van uw lijfrente-uitkering goed informeren. 

 

Hoe zit het met stamrechtkapitaal, beter bekend als ‘gouden handdruk’?

In het verleden kregen werknemers (vooral ook bij de overheid) waar een werkgever vanaf wilde een som geld mee, de zogenaamde gouden handdruk. Om belastingheffing uit te stellen, werd het kapitaal vaak bruto, dus vóór belastingen, in een stamrecht-bv of een stamrechtverzekering gestort. Maar dit was vroeger. Op 1 januari 2014 ging er een streep door de stamrechtvrijstelling. Nieuwe stamrechten waren niet langer mogelijk. Ook verviel de mogelijkheid om een ontslagvergoeding zonder direct met de belastingdienst af te moeten rekenen, te storten bij een bank, verzekeraar, beleggingsinstelling of in een stamrecht BV.

Voor de oude, vóór 2014 afgesloten stamrechten geldt overgangsrecht. Eén van de bepalingen is dat een bestaande stamrechtvoorziening uiterlijk in het jaar waarin u de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt omgezet moet worden in een stamrechtuitkering. Dit kunt u doen bij een verzekeraar, een bank, een selectie van vermogensbeheerders of bij een combinatie van deze dienstverleners. Voor de duur van de stamrechtuitkering moet weer voldaan worden aan de eerder besproken 1% sterftekans

U kunt het stamrecht ook geheel of gedeeltelijk afkopen. Dit is vaak aantrekkelijk als u ‘in privé’ fiscaal verlies lijdt of als u een laag inkomen hebt (en wordt belast in box 1). In die gevallen is de afkoopsom dan nauwelijks tot laag belast.

Het bovenstaande is complex. En dan hebben we het nog niet eens gehad over uitkeringen vanuit een stamrecht BV. Hier komt nog veel meer bij kijken, zoals waardering van het stamrechtkapitaal, rekenrente, winst en verlies, sparen, beleggen, rekening courant en meer. Door de complexiteit van de stamrecht BV is er veel jurisprudentie, er is over geprocedeerd tot aan de Hoge Raad. Voor mij als lijfrente-expert is dit smullen, maar de meeste mensen krijgen er slechts hoofdpijn van. Laat u dus terdege informeren en adviseren door een terzake deskundige. 

 

Hoe voorkom ik een verkeerde keuze?

Wie tot hier heeft doorgelezen, snapt dat lijfrente-uitkeringen en stamrechtuitkeringen, ingewikkelde kost zijn. Bij het vrijkomen van opgebouwde kapitaal krijgt u te maken met diverse keuzes en voor elke keuze gelden weer specifieke regels en uitzonderingen. Tel hierbij op dat de financiële en fiscale wet- en regelgeving voortdurend verandert, en u snapt in welke complexe wereld u verzeild kunt raken. Een gedegen analyse van uw situatie en een onderbouwd advies over de voor u beste route is cruciaal.
 

Wie kan me hierbij adviseren?

Voorkom verliezen en fiscale blunders en laat u bijstaan door een gespecialiseerd adviseur. In het team van Vermogensbeheer.nl zitten meerdere financieel planners. Let op: onze adviseurs werken niet kosteloos. De praktijk leert wel dat zij vaak meer opleveren dan dat zij kosten.

 

Angelo van Nies

door Angelo van Nies

Angelo van Nies is sinds 1988 werkzaam in de financiële dienstverlening en sinds 1999 is hij actief Financieel Planner. Bij Vermogensbeheer.nl helpt hij klanten met hun vermogensplanning. Angelo is tevens specialist in oud- en nieuw regime lijfrentekapitaal, stamrechtkapitaal, Gouden Handdruk-kapitaal, alimentatielijfrente-kapitaal en pensioenvereveningslijfrente-kapitaal. Hij volgde o.a. de postdoctorale opleiding Master of arts in Financial Planning (MFP) aan de UVA, te Amsterdam. Angelo is in het bezit van alle Wft-vergunningen waardoor hij ook op productniveau mag én kan adviseren.

Gerelateerd:

selectierapport-vermogensbeheerders-200x276.png

Op zoek naar de beste vermogensbeheerder?

Bent u op zoek naar de voor u beste vermogensbeheerder?

Vraag dan gratis en geheel vrijblijvend een SelectieRapport aan. Per e-mail ontvangt u een selectie van goede vermogensbeheerders die het beste passen bij uw persoonlijke situatie, wensen en voorkeuren.